Noors kerstbrood (Julebrød)

16/12/2013

Deze zomer aten we in Noorwegen een ontzettend lekker brood. Dat was wel een verrassend iets, want normaal gesproken vind ik het Noorse brood maar zo-zo. Echter als het op zoete baksels aankomt, weten de Noren als geen ander wat lekker is en hoe je dat lekkers moet maken, zelfs als het om zoet brood gaat. Het brood dat we afgelopen zomer in Noorwegen aten heette toen een “jolebrød”, na enig speurwerk kwam ik erachter dat dit brood hetzelfde is als het Noorse Julebrød, dat een traditioneel kerstbrood is. (“Jul” betekent “kerst”) Blijkbaar valt dit brood zo in de smaak dat het ook zomers wordt gegeten. De verschillende benamingen kunnen overigens ook komen door het verschil tussen de twee talen die in Noorwegen gesproken worden: het Bokmål en het Nynorks. Dit Julebrød lijkt op een gigantische rozijnenbol, maar het bevat naast de rozijnen ook nog sukade en kardemom. Kardemom vind je veel terug in Noorse baksels en wat mij betreft kan het er niet vaak genoeg in zitten! Het geeft een heerlijke kruidige, frisse smaak aan een baksel. Dit recept is goed voor 1 Julebrød.

Julebrød Noors kerstbrood

Ingrediënten:

  • 550 gram tarwebloem (met een hoog eiwitgehalte)
  • 125 gram fijne kristalsuiker
  • 5 gram (bakkers)zout
  • 1,3 gram gemalen kardemom (1/2 theelepel)
  • 20 gram instant gist
  • 125 gram zachte boter op kamertemperatuur
  • 300 gram melk op kamertemperatuur
  • 75 gram gewelde rozijnen (aan de buitenkant goed droog gemaakt of aan de lucht gedroogd)
  • 75 sukade
  • losgeklopt ei voor het bestrijken

Werkwijze:

  • Doe de bloem, fijne kristalsuiker, zou, en kardemom in een kom en roer goed door met een garde.
  • Voeg de gist toe en roer weer goed door.
  • Voeg de boter en de melk toe en kneed in een standmixer (bijv. Bear Teddy Varimixer of KitchenAid) in ca. 10 minuten tot een soepel deeg waar je tussen je vingers een vliesje van kan trekken. Natuurlijk kan je ook met de hand kneden, mogelijk duurt het wat langer voordat je een goed deeg krijgt. Zorg ervoor dat je deeg 27 graden wordt door de oploopwarmte tijdens het kneden.
  • Kneed hierna op de laagste stand de rozijnen en de sukade door het deeg tot deze goed verdeeld zijn.
  • Doe het deeg in een licht ingevette kom en rol het even heen en weer zodat het overal met een heel dun laagje olie bedekt is.
  • Zet weg in een vochtige, tochtvrije ruimte van 29 graden Celsius. Ik gebruik hiervoor de onverwarmde oven met onderin een bakje heet water.
  • Laat in 1-1,5 uur rijzen tot dubbel volume.
  • Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius.
  • Leg het deeg op je werkblad en druk het met de vlakke hand iets plat.
  • Vouw het dan in drie-en en draai een kwartslag en vouw weer op in drie-en.
  • Leg nu de naad naar beneden en bol op door de bol tussen twee handen te draaien.
  • Er vormt zich nu een strakke deeghuid waar de rozijnen onder blijven. Aan de onderkant komt er een s-vorm. Het deeg is nu op spanning gebracht waardoor de bol straks zijn vorm behoudt.
  • Leg de bol met de gladde kant boven op een met bakpapier beklede bakplaat en laat 20 minuten rijzen in een vochtige (tegen het uitdrogen) en tochtvrije ruimte van 31 graden Celsius.
  • Bak het brood in ca. 45 minuten gaar en donker goudbruin.
  • Laat afkoelen op een rooster.

Bron: het Noorse boek “Ta Kaka” geschreven door Ase Kongsvik, Kari Støfringsdal en Heidi Brunstad-øyehaug.