Mini-stollen
11/12/2015
Terwijl ik dit stuk aan het typen ben, zit ik nog mijn vingers af te likken. Ik heb namelijk net deze hemelse mini-stollen gebakken en óh wat zijn ze lekker! Ik kan niet wachten om het recept met jullie te delen! Voordeel van deze mini-stollen is dat de baktijd veel korter is dan bij een grote stol en natuurlijk ook dat het een mooi hapje is om te serveren in een kleiner gezelschap zonder dat je veel overhoudt. Maar het grootste voordeel is dat ze gewoon ontzettend lekker zijn! Dit recept is goed voor 4 mini-stollen.
Ingrediënten:
Deeg:
- 65 gram droge rozijnen
- 65 gram droge krenten
- 200 gram tarwebloem, geschikt voor brood
- 8 gram glutenpoeder (dit kan je evt. ook weglaten en ipv tarwebloem, Amerikaanse patentbloem extra nemen, dit heeft al een hoger glutenvormend eiwitgehalte)
- 3 gram (bakkers)zout
- 25 gram suiker
- 14 gram instant gist
- 10 gram citroenrasp (ik gebruikte uit een potje)
- 115 gram volle melk op kamertemperatuur
- 25 gram losgeklopt ei op kamertemperatuur
- 40 gram ongezouten, zachte roomboter op kamertemperatuur
Spijs:
- 75 gram amandelmeel
- 75 gram kristalsuiker
- 25 gram losgeklopt ei
- ongezouten roomboter voor het bestrijken
- decoratiepoeder of poedersuiker
Werkwijze:
- Wel de rozijnen en krenten op de avond voordat je wilt bakken. Lat ze een half uurtje in lauwwarm water liggen en giet ze dan af. Laat aan de lucht drogen in een zeef.
- Doe bloem, glutenpoeder, zout en suiker in een kom en roer goed door met een garde.
- Voeg de gist toe en roer nog eens goed door.
- Doe citroenrasp, melk, ei en boter erbij en kneed in een standmixer of met de hand tot een soepel deeg. Het deeg is in het begin erg plakkerig (een deegschraper bij de hand houden is geen overbodige luxe), maar je zal merken dat het deeg langzaam steeds minder plakkerig wordt. Weersta de neiging om bloem toe te voegen!
- Kneed het deeg tot het loslaat van de kom of je werkblad en je van het deeg een vliesje kan trekken.
- Bol licht op en leg afgedekt op het aanrecht gedurende een kwartier.
- Maak ondertussen de amandelspijs door amandelmeel, suiker en ei te mengen. Verpak in huishoudfolie en laat rusten.
- Druk met de vlakke hand uit tot een rechthoekige lap en verdeel de helft van de rozijnen en krenten over tweederde van het deeg. Druk de rozijnen goed aan.
- Vouw de lege stukje deeg over de helft van het met rozijnen bedekte deeg.
- Vouw het overgebleven bedekte stukje deeg over het andere stuk deeg dat je al had gevouwen. Het deeg is nu in drieën gevouwen.
- Druk weer uit tot een rechthoekige lap en verdeel de overige rozijnen en krenten erover.
- Rol los op vanaf de smalle kant.
- Vouw de open uiteinden naar onderen en bol licht op.
- Leg in een licht ingevette kom en dek af met een deksel.
- Zet weg op een tochtvrije plek op kamertemperatuur gedurende ca. een uur.
- Als het deeg in volume verdubbeld is, het deeg uit de kom halen en voorzichtig plat drukken met de vlakke hand.
- Verdeel in vier gelijke stukken en bol elk stuk op.
- Leg afgedekt op het aanrecht te rusten gedurende 15 minuten.
- Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius (conventioneel)
- Rol elk bolletje deeg met de deegroller uit tot een ovaal stukje deeg.
- Verdeel de amandelspijs in vier gelijke porties en rol van elke portie een “spijspil” (een staafje, passend in je brood)
- Leg een spijspil net onder het midden van je plakje deeg en vouw de ene helft een stukje over de andere heen. Het bovenste stukje deeg steekt over het onderste heen.
- Druk het deeg met de zijkant van je hand aan om de spijspil heen (anders “loopt” de spijs tijdens het bakken uit je brood)
- Keer het deeg om (onderkant komt boven) en leg het deegstuk op een met bakpapier beklede bakplaat.
- Vorm zo ook de andere stolletjes.
- Laat nog 20 minuten rusten op kamertemperatuur.
- Zet de bakplaat net onder het midden in de voorverwarmde oven.
- Giet iets water voor de stoomvorming op de metalen opvangplaat in de oven.
- Bak gedurende 20-22 minuten goudbruin en gaar. Het brood is gaar als de kerntemperatuur boven de 95 graden Celsius komt.
- Smelt wat roomboter in een pannetje op een laag vuur.
- Bestrijk de stolletjes direct na het bakken rijkelijk met geklaarde boter (het gele vet dat bovenop drijft).
- Laat de stolletjes afkoelen op een rooster.
- Zeef wat poedersuiker of decoratiepoeder (dit is minder gevoelig voor vet en vocht) over de stolletjes.
- Eet smakelijk!
Bron: eigen recept