Gerstebrood met abrikozen en gebroken tarwe

01/11/2014

Alweer een tijdje geleden maakte ik mijn eerste gerstebrood ooit. Ik had bij dat recept beloofd om nog eens een gerstebrood met een hoger percentage gerstemeel te maken. Drie keer raden: dat heb ik nu gedaan. Dit gerstebrood bevat 50% tarwebloem en 50% gerstemeel. De gerstesmaak is daardoor duidelijker aanwezig dan bij het vorige brood en ook is het brood wat compacter. Volgde ik de vorige keer een Noors recept waar veel te veel water aan toegevoegd bleek te worden, nu heb ik mijn eigen recept ontwikkeld. De uitkomst was een erg lekker gerstebrood met abrikozen en gebroken tarwe dat enkel een klein beetje boter nodig heeft om heel smakelijk te zijn! De gebroken tarwe geeft heel lichtjes een bite en de friszoete abrikozen vullen de iets lichtzure rogge-achtige smaak van de gerst heel goed aan. Het recept is goed voor 2 vloerbroden.

Gerstebrood met abrikozen en gebroken tarwe

Ingrediënten:

  • 150 gram gebroken tarwe
  • water om tarwekorrels te weken
  • 300 gram tarwebroodbloem
  • 300 gram gerstemeel
  • 10 gram (bakkers)zout
  • 20 gram glutenpoeder
  • 10 gram instant gist
  • 20 gram honing
  • 355 gram water op kamertemperatuur
  • 100 gram gedroogde, grofgehakte abrikozen (ik had abrikozen die nog best wat vocht bevatten en dus niet geweld hoefden te worden)

Werkwijze:

  • Laat de gebroken tarwekorrels in ruim water een nacht weken.
  • Laat in een zeef de tarwekorrels goed uitlekken.
  • Voeg in een kom tarwebloem, gerstemeel, bakkerszout en glutenpoeder samen en roer goed door met een garde.
  • Voeg de gist toe en roer nog eens goed door met de garde.
  • Voeg honing en water toe.
  • Kneed de ingrediënten in een kneedmachine met de deeghaak in ca. 12 minuten tot een glad en soepel deeg. (Je kan natuurlijk ook met de hand kneden)
  • Draai vervolgens op de laagste stand in nog 1 á 1,5 minuut de tarwekorrels en de grofgehakte abrikozen door het deeg. Het deeg is goed als je er een vliesje van kan trekken.
  • Bol het deeg licht op en leg in een met olie ingevette kom en dek af met een deksel.
  • Zet het deeg op een tochtvrije plek van 28 graden Celsius.
  • Laat het hier ca. 60 minuten staan tot het deeg in volume verdubbeld is.
  • Verdeel het deeg in 2 gelijke stukken en druk met de vlakke hand de lucht er uit.
  • Vorm het deeg tot een rechthoek, vouw de linkerflap naar het midden, vouw de rechterflap ook naar het midden zodat deze het randje van de andere flap net overlapt. Druk goed aan en rol het deeg van onder naar boven op. Leg het brood met de naad naar onderen in een vorm of met de naad naar boven in een langwerpig rijsmandje dat bestrooid is met rijstebloem.
  • Laat op een vochtige (bakje dampend water erbij), tochtvrije plek van 30 graden Celsius rijzen, gedurende ca. 45 minuten.
  • Verwarm de oven tijdig voor op 240 graden Celsius.
  • Bij gebruik van het rijsmandje: kiep het brood op een met bakpapier bedekte bakplaat of zet het brood met bakblik en al in de oven en giet direct in de metalen opvangbak van de oven iets water voor stoomvorming.
  • Bak de broden 20 minuten bij 240 graden Celsius (onderwarmte met hetelucht) laat na 10 minuten de stoom ontsnappen. Bak vervolgens nog 10 minuten op 200 graden Celsius (hetelucht met onder- en bovenwarmte).
  • Haal het brood na het bakken direct uit de vorm of van de bakplaat en laat afkoelen op een rooster.
  • Snijd pas aan als het brood is afgekoeld en vries direct in wat je nog niet nodig hebt.

Bron: eigen recept