Bietenbroodjes
Brood met groente erin, het is momenteel helemaal hip. Ik doe nooit aan trends mee omdat het een trend is, maar die groente in brood, het geeft wel een vrolijk kleurtje en dat maakte dat het toch mijn aandacht trok. Eerder maakte ik al spinaziespeltbrood en dat was een grote hit omdat het én mooi was én heel lekker. Onlangs zag ik in onze Poiesz supermarkt rauwe bieten liggen, hoera voor deze supermarkt. Ik nam er direct een aantal mee schilde ze en sneed ze tot plakjes. Deze rauwe plakjes legde ik op bakpapier in de voedseldroger (dit kan ook op lage temperatuur in de oven) en droogde de plakjes op 55 graden tot ze volledig droog waren. Ik vermaalde ze vervolgens tot poeder in mijn hakmolentje en toen was het nog enkel aan mij de taak om het in deze bietenbroodjes te verwerken! Het deeg was knalrood en getuige de reacties op Facebook vond niet iedereen dat er appetijtelijk uit zien. Maar gelukkig wist ik dat het bakproces over het algemeen de kleur aardig dempt. Na het bakken had ik 12 prachtig rode broodjes die duidelijk naar biet smaken, maar niet té. Het geheel heeft een aardse, maar ook zoete smaak. Voor ik het wist hadden mijn kinderen al een aantal weggewerkt en complimenteerden ze me dat ze het zo lekker vonden. Kregen ze toch zomaar 45 gram biet per broodje naar binnen, dat ging makkelijk! 🙂

Ingrediënten:
- 62 gram rode bietenpoeder (hoe je dit maakt staat in de omschrijving hierboven. Je kan het ook kant en klaar kopen) Ik had hiervoor ruim 500 gram verse bieten nodig.
- 500 gram tarwebloem, geschikt voor brood
- 7,5 gram (bakkers)zout
- 7 gram instant gist
- 40 gram donkere basterdsuiker
- 150 gram karnemelk op kamertemperatuur
- 165 gram volle melk op kamertemperatuur
- 35 gram ongezouten roomboter op kamertemperatuur
Werkwijze:
- Doe bietenpoeder, bloem, zout, gist en donkere basterdsuiker in een kom en roer goed door elkaar.
- Voeg karnemelk en volle melk toe en kneed het geheel tot een goed samenhangend deeg.
- Voeg roomboter toe en kneed verder tot een soepel deeg waar je een vliesje van kunt trekken.
- Bol het deeg licht op en leg het in een licht met olie ingevette kom en dek af met een deksel om uitdroging te voorkomen.
- Zet ca. 75 minuten weg bij 29 graden Celsius. Je kunt het deeg ook prima op kamertemperatuur weg zetten, maar dan heb je iets langer nodig.
- Het deeg is voldoende gerezen als het in volume verdubbeld is.
- Verdeel het deeg in 12 gelijke stukken van 80 gram.
- Bol elk stuk goed op, tot je een mooi rond bolletje met spanning hebt. Voor het opbollen ze je je hand als een kooitje over het deeg heen en draait het deeg rondjes in je hand. De onderkant blijft onder. Duw het deeg tijdens het draaien beurtelings met je duim en pink iets onder het deeg en voel dat het deeg steeds steviger wordt.
- Leg de bolletjes op voldoende afstand tot elkaar op een met bakpapier beklede bakplaat.
- Laat ca. 75 minuten rijzen bij 29 graden Celsius. Zet er een bakje met dampend water bij zodat de luchtvochtigheid omhoog gaat en het deeg niet uit kan drogen. Ook deze rijs kan op kamertemperatuur, maar ook dan ben je wat meer tijd kwijt.
- Verwarm de oven tijdig voor op 200 graden Celsius, conventioneel met onder- en bovenwarmte.
- Bak de broodjes in het midden van de oven gedurende 15 minuten gaar. Giet bij het inschieten een heel klein beetje water op de verdiepte opvangplaat onderin de oven voor de stoomvorming.
- Haal de broodjes uit de oven en bestrijk ze direct met geklaarde roomboter.
- Laat afkoelen op een rooster.
Bron: eigen recept