Appelrondo’s

12/01/2013

Tja, ja..uhm..ik beken: ik ben toch weer iets zoets aan het bakken geweest. Maar echt, geloof me, ik kon er (bijna) niets aan doen…echt niet. Dit is mijn excuus (en ik vind het zelf best een goed excuus): voor oudejaarsdag had ik voor het bakken van de appelbeignets een flinke emmer goudreinetten ingeslagen. Ik had er nog een flink aantal over. Natuurlijk blijven die appels niet eeuwig goed, dus ze moesten nu echt maar eens opgemaakt worden. Ik zocht en zocht en kwam (bijna vanzelfsprekend als je met appels wilt bakken) bij iets zoets uit. Nu ze gebakken zijn moet ik bekennen dat ik er geen spijt van heb, want echt, ze zijn om je vingers bij af te likken. Ik heb nog wat appels over…dus ik denk dat dit niet het laatste zoete recept was! Het recept is goed voor 12 appelrondo’s.

Appelrondo's

Ingrediënten:

Appelvulling:

  • 2 goudreinetten
  • 30-50 gram kristalsuiker
  • 2 eetlepels water
  • 30 gram sultanarozijnen
  • 1/4 theelepel kaneel (0,9 gram)
  • 1/8 theelepel (vers)geraspte nootmuskaat (0,2 gram)
Deeg:
  • 250 gram patisseriebloem of tarwebloem
  • 1 1/2 theelepel bakpoeder (5,5 gram)
  • 165 gram koude boter, in kleine blokjes
  • 1/4 theelepel zout (1,9 gram)
  • 125 gram fijne kristalsuiker of witte basterdsuiker
  • rasp van 1/4 citroen (liefst biologisch)
  • 1 losgeklopt ei (houd 1 eetlepel apart voor het bestrijken)
Werkwijze:
  • Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd de appel in hele kleine stukjes, ongeveer ten grootte van een pinda.
  • Doe de stukjes appel in een pan en voeg suiker, water, rozijnen, kaneel en nootmuskaat toe.
  • Zet de pan op matig vuur en breng de inhoud aan de kook.
  • Roer voortdurend, zodat de suiker goed oplost.
  • Verlaag de stand van de warmtebron zodra het kookt en laat verder koken zonder deksel tot alle vocht is verdampt.
  • Laat de appelvulling afkoelen.
  • Zeef de bloem met het bakpoeder in een kom.
  • Doe in een andere kom de boter, het zout, de suiker, de citroenrasp en het ei.
  • Meng dit handmatig door elkaar tot een egale massa of meng het in een standmixer (Bear Teddy Varimixer of KitchenAid bijv.).
  • Voeg dan in één keer de bloem toe en kneed met de hand of de machine tot een homogeen deeg. Kneed niet langer dan nodig, je krijgt dan glutenvorming en daarmee een taai gebakje.
  • Verpak het deeg in huishoudfolie en leg voor minstens een half uur in de koelkast.
  • Verwarm de oven voor op 180 graden (elektrisch)
  • Haal het deeg uit de koelkast en snijd in 12 gelijke stukken.
  • Vet 12 inox bakringen met een diameter van 7 cm (in het boek wordt een cupcakebakblik gebruikt) in met een klein beetje bakspray.
  • Maak van ieder stukje deeg een bolletje en plet dit tot het een diameter van zo’n 6 á 7 cm heeft.
  • Leg op dit plakje 1/12 de van de appelvulling.
  • Knijp met je vingers in de rand van het deeg om het daar wat dunner te maken en een beetje uit te rekken.
  • Vouw het deeg voorzichtig rond de appelvulling en knijp het goed dicht. als er ergens een scheurtje ontstaat is dit makkelijk weer dicht te maken.
  • Maak het geheel tot een rond bolletje en leg deze in de ring of cupcakebakplaat.
  • Druk iets plat met de onderkant van een glas of met de bovenkant van je vingers.
  • Bestrijk met het losgeklopte ei.
  • Bak in 20 tot 25 minuten in de voorverwarmde oven tot ze mooi goudbruin zijn.
  • Laat ze na het bakken 5 minuten in de vorm staan.
  • Haal ze daarna voorzichtig uit de vorm en laat ze verder afkoelen op een rooster.
 Het recept komt uit “Het Nederlands bakboek” door Gaitri Pagrach-Chandra