Abrikozenmeisjes

19/02/2021

Naast appelmeisjes, bestaan er ook abrikozenmeisjes. Heerlijke stukjes bros bladerdeeg, gedecoreerd met grove kristalsuiker en opgemaakt met amandelspijs en abrikozen. Ik maakte met dit recept ongeveer 12 stuks.

Ingrediënten:

Deeg:

  • 200 gram korstbloem
  • 4 gram zout
  • 120 gram koud water
  • 180 gram ongezouten roomboter op kamertemperatuur (gebruik roomboter die op kamertemperatuur vrij stevig blijft, dit zijn meestal de wat goedkopere botersoorten. Melkan roomboter werkt goed, AH basic ook, maar die vind ik zelf qua smaak wat minder. Hanos eigen merk werkt ook heel goed)

Spijs:

  • 75 gram amandelmeel
  • 75 gram kristalsuiker
  • 60 gram ei

Decoratie:

  • grove kristalsuiker
  • blik met halve abrikozen op lichte siroop
  • abrikozenjam

Werkwijze:

  • Meng bloem en zout in een kom.
  • Voeg water toe en kneed het geheel tot een soepel deeg waar je net geen vliesje van kunt trekken.
  • Verpak het deeg in huishoudfolie en leg in de koelkast.
  • Leg de roomboter in het midden van een vel bakpapier en leg hier een ander vel bakpapier boven op.
  • Vouw dicht op 30 x 15 cm en druk de vouwen goed dicht met je nagels.
  • Keer het pakketje op zodat de open kant van de vouwen naar onder ligt.
  • Rol de roomboter uit op 30 x 15 cm.
  • Leg het pakketje in de koelkast en laat in ieder geval een half uur liggen.
  • Maak ondertussen de amandelspijs door amandelmeel en suiker met elkaar te mengen en vervolgens het ei hier doorheen te mengen.
  • Verpak de spijs in huishoudfolie en bewaar in de koelkast tot gebruik.
  • Rol het deeg op een licht met bloem bestoven werkblad uit tot 30 x 30 cm.
  • Trek een laag bakpapier van de boter.
  • Leg het pakketje met de boterkant naar beneden in het midden van het uitgerolde deeg.
  • Druk het geheel aan met een deegschraper (niet met je handen zodat de boter koel blijft).
  • Trek het resterende bakpapier van de boter.
  • Vouw de beide zijkanten van het deeg over de boter heen zodat de randjes elkaar net raken.
  • Rol lichtjes aan met een deegroller.
  • Vouw het deeg nu vanaf de open kant van de vouw in drieën.
  • Draai het deeg een kwartslag en vouw nog eens vanaf de open kant van de vouw in drieën.
  • Rol het deeg met lichte druk uit met een deegroller.
  • Vouw op de voorgaande manier nog eens 2 keer in drieën.
  • Verpak het deeg in huishoudfolie en leg in de koelkast gedurende 30 minuten.
  • Rol het deeg voorzichtig uit op een licht met bloem bestoven werkblad en vouw nog eens 2 x in drieën.
  • Verpak wederom in het huishoudfolie en leg nog eens een half uur in de koelkast.
  • Rol het deeg op een licht met bloem bestoven werkblad uit tot 5 mm. dikte.
  • Steek met een ronde steker van 7 cm zo efficiënt mogelijk rondjes uit. (restjes deeg zijn niet nog eens met mooi resultaat te gebruiken.)
  • Rol elk plakje licht uit tot een ovaal stukje.
  • als het deeg is aangedroogd, spuit je met een plantenspuit op de vernevelstand iets water op het deeg.
  • Leg het plakje vervolgens in de grove kristalsuiker. Door het vocht zal dit aan het deeg blijven plakken.
  • Leg de plakjes met enige afstand tot elkaar op een met bakpapier beklede bakplaat.
  • Doe de amandelspijs in een spuitzak.
  • Spuit op elk plakje in het midden een streep spijs, zodat aan alle kanten een rand deeg vrij blijft.
  • Laat de abrikozenpartjes uitlekken en dep droog met een keukenpapiertje..
  • Steek de abrikozenplakjes dakpansgewijs in de spijs.
  • Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius, conventioneel met onder- en bovenwarmte.
  • Bak de abrikozenmeisjes in het midden van de oven in ca. 32 minuten goudbruin en gaar.
  • Verwarm tijdig in een pan een paar lepels abrikozenjam met een heel klein beetje water.
  • Bestrijk de abrikozenmeisjes direct na het bakken met de hete abrikozenjam.
  • Laat ze afkoelen op een rooster.

Bron: eigen recept