Bladerdeegtaart met pruimen, bramen en rozemarijn

02/08/2014

Dankzij kennissen met een boomgaard is het bij ons nu letterlijk en figuurlijk “pruimentijd”. Zoals ik in mijn vorige post al schreef, zijn Noorse bakboeken ideaal als je fruit uit de tuin over hebt. Ideeën te over met dat soort fruit in deze bakboeken. Eerder maakte ik al de pruimentaart met amandelen en citroen en omdat ik nog een heleboel pruimen over had, bakte ik vrolijk verder en maakte deze bladerdeegtaart met pruimen, bramen en rozemarijn. In het oorspronkelijke recept heeft de taart enkel een dakje van bladerdeeg dat ligt op een met pruimen en bramen gevulde bakvorm. Ik wilde liever een “echte” taart maken en heb er een bladerdeegtaartje van gemaakt. Zoals vaker in Noorwegen, worden ook in deze taart kruiden en specerijen gebruikt. Mijn man vond het even wennen, maar wel lekker. Ik hou erg van deze verrassende, spannende smaken en viel er direct als een blok voor. De taart is gebakken in een lage vorm (diameter 26 cm) met uitneembare bodem.

Bladerdeegtaart met pruimen, bramen en rozemarijn

Ingrediënten:

  • 11-12 plakjes diepvries roomboter bladerdeeg
  • 100 gram suiker
  • 3 eetlepels roomboter
  • 10-12 grote pruimen; ontpit en door midden gesneden (evt. meer als je een kleiner formaat gebruikt)
  • water
  • paar takjes rozemarijn
  • 1/4 theelepel koekkruiden (of vijfkruidenpoeder)
  • 200 gram bramen
  • losgeklopt ei
  • grove suiker
  • crème fraîche of zure room

Werkwijze:

  • Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius.
  • Vet de vorm in.
  • Laat 7 bladerdeegplakjes iets ontdooien totdat ze verwerkbaar zijn.
  • Leg een plakje bladerdeeg in het midden van de vorm.
  • Bevochtig de randjes met een beetje water en leg aan elke rechte kant een plakje aan.
  • Snijd twee plakjes door midden en bedek hiermee de open stukken.
  • Druk de randjes goed aan.
  • Rol met een deegrol de overtollige deegstukjes van de vorm.
  • Bedek het deeg met bakpapier en vul met keramische bakparels, bruine bonen of rijst.
  • Bak 15 minuten in de voorverwarmde oven.
  • Haal na het bakken de blindbakvulling van de bodem.
  • Verwarm de oven na het bakken verder voor tot 220-230 graden Celsius.
  • Smelt boter en suiker in een grote koekenpan tot een lichtbruine karamel.
  • Leg de pruimen met de snijkant naar onderen in de pan en laat ze zacht worden
  • Voeg ietsjes water toe alsmede de koekkruiden en de fijne blaadjes rozemarijn.
  • Roer even door en voeg de bramen toe.
  • Laat het mengsel nog even inkoken tot het stroperig begint te worden.
  • Giet het mengsel op de taartbodem.
  • Maak van de overige bladerdeegplakjes een vierkant, groot genoeg om de vorm mee te bedekken.
  • Steek in het midden een rond gat uit.
  • Snijd dunne reepjes bladerdeeg en plak deze met een klein beetje water op het “deksel”
  • Leg het deksel op de taart.
  • Bestrijk met losgeklopt ei en bestrooi met een ruime hoeveelheid grove suiker.
  • Bak de taart ca. 25 minuten op 220-230 graden Celsius in de voorverwarmde oven
  • Haal de taart na het bakken voorzichtig (hierbij komt de uitneembare bodem goed van pas, alsmede een taartlifter) uit de vorm.
  • Klop de crème fraîche even door en serveer deze bij de taart. In het boek werd de taart warm of lauwwarm gegeten, wij aten hem koud en vonden dat ook erg lekker.

Bron: Slikkepott; Hundre fristende kakeoppskrifter door: Lise Finckenhagen